Visie

Opvoedingsproject

In de uitoefening van haar pedagogisch project, streeft de school de volgende doelstellingen na:
  • het geven van een christelijke opvoeding
  • het geven van onderwijs waarbij kwaliteit primeert
  • aandacht besteden aan de vorming van het karakter
  • bijdragen in de vorming tot gemeenschapszin
1. Aan de leerlingen van de school wordt een opvoeding gegeven die gebaseerd is op de christelijke waarden. Zij verwacht van alle leden van de schoolgemeenschap dat zij eerbied opbrengen voor de christelijk-gelovige verankering van de school en voor haar geloofsaanbod. De christelijke zingeving en beleving doordringt het hele schoolgebeuren.
  • Onze school maakt integraal deel uit van de parochiegemeenschap.
  • De inspiratiebron van ons opvoedingsproject is Jezus Christus.
  • Wij hebben de opdracht de kinderen te laten kennismaken met het leven en de leer van Jezus Christus: het evangelie.
  • Onze school heeft ook een zendingsopdracht: van de leerkrachten wordt verwacht dat zij het geloof verkondigen en voorleven. Van de ouders wordt minstens verwacht dat zij loyaal zijn t.o.v. het geheel van de geloofsopvoeding dat aan de kinderen wordt gebracht. (geen anti-houding)
  • De leerlingen nemen deel aan alle gebeds- en sacramentale vieringen die binnen schoolverband worden gehouden.
2. De school streeft onderwijs na, waarbij de kwaliteit primeert en zal daartoe de evolutie in het onderwijs volgen met aangepaste concrete veranderingen. Leerlingen met leermoeilijkheden zullen begeleid worden door CLB indien nodig wordt een beroep gedaan op de begeleiding en ondersteuning van het G.O.N. (geïntegreerd onderwijs) voor kinderen met motorische, visuele en auditieve stoornissen.
Het streven naar een kwaliteitsonderwijs houdt in:
A. Het kind in het midden:
  • bijzondere zorg voor de “kleinen” (kansarmen, zwakkeren)
  • respect voor en aanvaarding van ieder kind
  • elk kind heeft recht op vorming aangepast aan zijn mogelijkheden
  • maximale ontplooiingskansen voor elk kind:het totale kind (hoofd, hart en handen) elk kind is anders
B. Dynamische school met opdracht voor deskundigheid:
  • streven naar verdere uitbouw en verbetering
  • openstaan voor vernieuwing
  • begeleiding en navorming zijn voor ons belangrijke hulpmiddelen
3. De school besteedt aandacht aan de individuele steun en vorming van het karakter van elk kind. Voornaamheid, wellevendheid en erkenning van de gedragsregels van de school moeten nagestreefd worden. De vorming is gericht op de morele waarden die aan de basis liggen van een gezonde en evenwichtige opvoeding zodat, naast hun rechten, de kinderen ook plichten kennen t.o.v. ouders, school en gemeenschap.
 
4. De school streeft de vorming van de gemeenschapszin na, gepaard aan de zin voor verantwoordelijkheid. Dit houdt ondermeer in dat het sociaal contact tussen de kinderen zal bevorderd worden en dat de mondiale vorming gekaderd wordt in het algemeen lessenschema. Aan de problemen van een heterogene samenstelling van de huidige maatschappij, met eerbied voor de vrijheid van iedereen, zal niet voorbij gegaan worden. Het streven en het in stand houden van een prettige groepssfeer en –geest behoren impliciet tot de taak van de school.
Wij proberen een ”hechte” school- en klasgemeenschap te verwezenlijken.
  • Wij besteden aandacht en tijd voor het verwezenlijken van positief menselijke relaties tussen alle participanten (inrichtende macht, personeel, ouders, kinderen, CLB, Medisch Schooltoezicht, …)
  • Onze klas, onze school is geen eiland: wij werken zoveel mogelijk loyaal samen, ook met andere scholen.
Wij willen opvoeden tot sociale ingesteldheid en ruimdenkendheid in een pluriforme samenleving. Daarom willen we maximale kansen geven aan elk kind, zowel op het vlak van godsdienst- als van waardenbeleving en engagement. Wij hebben eerbied voor de godsdienstige gezindheid van anderen zonder evenwel onze eigenheid prijs te geven.n je uw tekst plakken of schrijven

Visie op huiswerk

Doel
· De leerlingen leren een taak zelfstandig te maken.
· De leerkracht kan nagaan of de leerlingen de leerstof begrijpen.
· De ouders worden bij het schoolgebeuren betrokken en zien waar de leerlingen in de klas mee bezig zijn.
 
Uitleg
Huiswerk is bedoeld om de leerstof die in de klas aangebracht werd, te herhalen of in te studeren thuis. Het dient als extra inoefening aansluitend bij de leerstof van de klas, maar ook om een goede werkhouding en attitudes aan te leren.
Het huiswerk is een korte, duidelijk omschreven en zinvolle taak en wordt altijd in de schoolagenda vermeld. Het is een haalbare opdracht, die de kinderen zelfstandig tot een goed einde kunnen brengen. Het huiswerk is steeds haalbaar in tijd (van 10 min. in het eerste leerjaar tot 45 minuten in het zesde leerjaar).
Er kan gedifferentieerd worden in het huiswerk, naargelang de klassamenstelling, de individuele capaciteiten en noden.
 
Leerlingen
Alle leerlingen krijgen huiswerk, maar er is aandacht voor de individuele noden van de kinderen door mogelijks gedifferentieerd te werken.
Het accent in de derde graad ligt op het zelfstandig leren plannen van hun huistaken en lessen.
 
Ouders
Het huiswerk is een manier om de ouders bij het schoolgebeuren te betrekken. We verwachten van de ouders dat ze interesse tonen. Dat is extra motiverend voor de kinderen.
Aan de ouders wordt gevraagd om dagelijks (wekelijks in de derde graad) de klasagenda in te zien en de lessen regelmatig te overhoren.
 
Taken en lessen
Een huiswerk kan bestaan uit taken maken of lessen leren. In de derde graad worden de leerlingen begeleid in het leren zelfstandig plannen en het leren van lessen. Studietips worden aangereikt in de klas.

Visie op zorg

Wat verstaan we onder zorg?
Als katholieke school hebben we in de uitwerking van ons zorgbeleid onze zorgvisie gebaseerd op :
   – de opdrachten uit het ” Opvoedingsconcept voor het katholiek basisonderwijs in Vlaanderen”.
   – het zorgcontinuüm
   – principes van HGW (handelingsgericht werken)
 
Via bevraging en overleg binnen het schoolteam vertalen wij deze basisteksten naar ons eigen opvoedingsproject. We hebben een eigen visie op zorgbeleid uitgetekend en hebben hiervan een schriftelijke neerslag opgenomen in het schoolwerkplan (SWP).
Vanuit ons opvoedingsproject is de totale ontplooiing van elk kind het uitgangspunt (hoofd, hart, handen). We willen de kinderen kwalitatief goed onderwijs bieden, rekening houdend met niveau en tempo van elke individuele leerling. Kinderen met uiteenlopende noden willen we binnen de school zo goed mogelijk opvangen en opvolgen. In het schooltraject dat kinderen bij ons doorlopen, streven we ernaar dat zoveel mogelijk leerlingen op het einde van de lagere school de eindtermen bereiken. We werken hiervoor met een puntensysteem, maar vinden ook het leerproces erg belangrijk. De ZILL-doelen staan bij de evaluatie van het leerproces centraal.
 
Zorg op school
De klasleerkracht is de spilfiguur binnen de zorgwerking. De eerste differentiatie gebeurt binnen de reguliere klaswerking. Binnen deze krachtige leeromgeving proberen we problemen te voorkomen (= brede basiszorg). Welbevinden en betrokkenheid van elk kind staan centraal. Daar we ervan overtuigd zijn dat dit beter verloopt in kleinere klasgroepen, houden we bewust rekening met het aantal leerlingen per klas bij het samenstellen van de klassen aan het begin van het schooljaar.
 
Voldoen de geboden maatregelen niet meer of slechts gedeeltelijk aan de onderwijsbehoeften van de leerling dan gaan we binnen het team op zoek naar oplossingen. De specifieke interventies blijven (meestal) klasintern. We werken met alle kinderen aan dezelfde doelen, enkel de manier waarop deze doelen bereikt worden, kunnen per leerling verschillen, afhankelijk van hun mogelijkheden (= verhoogde zorg).
Om aan te sluiten bij de zorgbehoeften van de leerling kan het zijn dat we over de grens van het jaarklassensysteem heen werken. Bij deze curriculumdifferentiatie krijgen leerlingen, na 2/2 gezamenlijk overleg met alle betrokkenen, een individueel traject aangeboden. De zorgcoördinator van de school ondersteunt de leerkracht bij deze opdrachten.
 
Biedt de klasinterne zorg niet voldoende ondersteuning, worden mogelijkheden en manieren van aanpak gezocht die kunnen gerealiseerd worden binnen de reguliere werking van de school. Hier wordt steeds een MDO voorzien, waarbij het CLB een adviserende rol speelt (MDO= een multidisciplinair overleg waarbij alle betrokken partijen bespreken wat de beste strategie kan zijn voor het kind). Op dit overleg kunnen schoolse problemen, maar ook moeilijke thuissituaties of overwegingen rond draagkracht leerkracht/klas/school aan bod komen. Het CLB vervult een tweeledige rol: het schoolteam ondersteunen en de leerling/ouders begeleiden (= uitbreiding van zorg).
 
Indien nodig wordt er doorverwezen naar externen. Hiermee bedoelen we logopedisten, kinesisten, psychologen, psychiaters, leersteun (leerlingen met een GC-verslag (verslag gemeenschappelijk curriculum),IAC-verslag (verslag individueel aangepast curriculum) of OV4-verslag (verslag opleidingsvorm 4) individuele ondersteuning door externe ondersteuners) Als laatste stap wordt een school op maat gezocht, een school waar de mogelijkheid bestaat tot het bieden van een meer aangepast aanbod (= zorg op maat).
In heel dit proces staat de communicatie centraal.
 
Binnen het team wordt gewerkt met behulp van SmartSchool (= een digitaal leerlingvolgsysteem voor de ganse schoolloopbaan). Vanuit deze registratie worden jaarlijks overgangsgesprekken gehouden naar het volgende schooljaar toe. Via nieuwsbrief, website, oudercontacten, agenda, opendeurdagen, ouderraad, … worden de verschillende aanspreekpunten binnen de school kenbaar gemaakt.
 
Zorg en ouders
Ouders zijn een belangrijke partner. Betrokkenheid van ouders komt de ontwikkeling van kinderen ten goede. Als school informeren we ouders duidelijk (via oudercontacten) en durven dan ook van ouders verwachten dat zij belangrijke gegevens of informatie, omtrent de schoolse opvolging van hun kind, aan de school bezorgen. Binnen deze interactie is het de bedoeling om samen te bekijken wat de beste aanpak voor het kind is.
 
We vertrekken vanuit hetzelfde doel: we willen het beste voor elk kind. Ouders zijn ervaringsdeskundige inzake hún kind in thuissituaties, de school betreffende het onderwijsaspect. Niet alle zorgvragen van ouders of zorgnoden van het kind kunnen door de school opgelost of ondersteund worden. De draagkracht van het schoolteam dient gerespecteerd te worden. We streven naar openheid in overleg en samenwerking met alle betrokken participanten in het kader van wederzijds respect en vertrouwen.
 
Zorgteam en directie
Directie Eva Van Reeth
Zorgcoördinator lagere school: meester Tom Van Schooten
Zorgcoördinator kleuterschool: juf Nele Borremans
Kinderverzorging: juf Eva Nelen/juf Sarah Van Rompaey/ Juf Lisa

Visie op plagen/pesten

De school heeft de opdracht om via eindtermen en ontwikkelingsdoelen kinderen en jongeren tot gezonde, evenwichtige volwassenen te laten uitgroeien. Tot deze opdracht hoort ook het voorkomen en leren omgaan met pesten.
Wij vinden het belangrijk dat iedereen zich goed voelt op school. Pesten is aangeleerd gedrag. Als kinderen pesten, kunnen ze dat gedrag dus ook weer wijzigen.
Wij vinden het belangrijk dat ouders een fundamenteel vertrouwen hebben in de leerkrachten en in het begeleidend personeel op school in het bijzonder bij de aanpak van pestproblematieken.
Niet in elke situatie is er sprake van ‘pesten’. Wanneer kinderen af en toe plagen, met iemand lachen, ruzie maken, discussiëren, een woordenwisseling hebben, … is dit geen pesten.
In eerste instantie vinden we het belangrijk dat kinderen in deze situaties op een gezonde manier voor zichzelf leren opkomen.

De Zonnewijzer biedt een veilige schoolomgeving warme maaltijden kwalitatief onderwijs ochtend- en avondtoezicht aandacht voor bewegingsonderwijs aandacht voor elk kind

Copyright 2023 - De Zonnewijzer
Gesubsidieerde Vrije Basisschool
Scroll naar boven